Het proces Begeer

Samenvatting

Na jaren als cowboy in Texas te hebben geleefd, keert Jan Bolkenstein terug naar Amsterdam. Door zijn kennis van vreemde landen en talen wordt hij al snel de aangewezen leider van een bende criminelen. In hun beruchte stamkroeg De stad Antwerpen geven zijn makkers hem de bijnaam 'koning van de Zeedijk'.

Op een avond ontmoet hij Marie de Kruif, een meisje dat met haar pure onschuld diepe indruk op hem maakt. Marie bewondert hem, hoewel ze op de hoogte is van zijn bedenkelijke levensstijl. Bolkenstein en zijn kameraden Willem Veltman en Henri Klopper beramen een beroving op het magazijn van juwelierszaak Begeer, in het centrum van Amsterdam. Op een nacht breken ze in het gebouw in en stelen voor duizenden guldens aan kostbaarheden. Bij het verlaten van het pand worden de drie dieven opgemerkt door een paar politieagenten. De achtervolging wordt ingezet, maar de agenten weten hen niet te vangen.

Na de inbraak, waar Marie niets van weet, belooft Bolkenstein haar dat hij zijn leven gaat beteren. Wanneer hij haar ten huwelijk vraagt, zegt ze ja. Hoofdinspecteur Heeroma, de gewiekste chef van de Amsterdamse recherche, heeft een idee waar hij de daders kan vinden, want hij herkent de methode die door de meesterinbrekers is gebruikt. Hij stuur politiespion Jan Hulsman eropuit om het trio in de val te lokken. Met behulp van Alfred Weiss, een lid van de raad van bestuur van Begeer die aanbiedt de sieraden terug te kopen, slaagt het plan tot in de puntjes. De gestolen goederen worden teruggevonden en de drie inbrekers gearresteerd. Na een aantal zittingen van het Gerechtshof Amsterdam worden Bolkenstein, Veltman en Klopper tot een gevangenisstraf van zes jaar veroordeeld. Tijdens het proces staat Marie in een wachtkamer doodsangsten uit. Als ze de uitspraak hoort, rent ze de rechtszaal in en valt haar geliefde Jan in de armen.