Jan de Bont
biografie
Jan de Bont raakte op de Filmacademie bevriend met Adriaan Ditvoorst. Samen waren ze verantwoordelijk voor het zwart-wit camerawerk in Paranoia en De blinde fotograaf. Het kleurrijke, vrolijke camerawerk voor Wat zien ik? (Paul Verhoeven, 1971) was het begin van een lange samenwerking met Verhoeven. Samen met hem maakte De Bont films als Turks fruit, Keetje Tippel en De vierde man. Vooral de laatste film trok internationale aandacht, vanwege de surrealistische gloed die de beelden uitstraalden en de voortdurende aanwezigheid van dreigende, rode kleuren.
Samen met Verhoeven trok De Bont naar de Verenigde Staten, om daar het camerawerk te doen voor Verhoevens middeleeuwse actiefilm Flesh & Blood. Na deze ervaring ging De Bont zich specialiseren in dure, grootse actiefilms. Hij toonde zich een meester in het filmen van explosies, stunts en grootschalige actiescènes met een altijd bewegende camera. De Bont deed het camerawerk voor onder andere Die Hard (John McTiernan, 1988), The Hunt for the Red October (John McTiernan, 1990), Lethal Weapon 3 (Richard Donner, 1992) en Flatliners (Joel Schumacher, 1990). Ook kreeg hij veel lof voor zijn zwoele camerawerk in Verhoevens Basic Instinct (1992).
Zo verwierf De Bont de status van Hollywoods meest succesvolle cameraman en besloot hij zich op een regisseurscarrière te storten. Dat bleek geen verkeerde keuze, want Speed (1994) werd een succesvolle actiefilm met razendsnel tempo en non-stop actie. Hiermee bewees De Bont naast een uitstekende cameraman ook een goede regisseur te zijn. Ook zijn volgende film, Twister (1996), een actiefilm vol special effects en tornado's werd een groot succes. De volgende stap was produceren; De Bont richtte zijn eigen productiemaatschappij op, Blue Tulip Productions.
filmografie
- 1966—Geluid, Tweede camera
- 1967—Camera
- 1967—Camera
- 1969—Camera
- 1969—Camera
- 1969—Camera
- 1971—Camera
- 1971—Camera
- 1972—Camera
- 1973—Camera
- 1973—Camera
- 1973—Camera
- 1974—Camera
- 1975—Camera
- 1975—Camera