De dwaze lotgevallen van Sherlock Jones

Samenvatting

Sherlock Jones is een stuntel. Een wat sjofele man, die droomt van grootse daden en steeds weer wakker wordt in de povere werkelijkheid. Hij raakt er niet door ontgoocheld want daar is hij te argeloos en ook te blijmoedig voor. De enige die het allemaal kopschuddend aanziet en zich duidelijk zorgen maakt over het wel en wee van de dagdromende detective is diens trouwe en zeer schrandere hond Watson.

Samen raken zij, tegen wil en dank, betrokken bij de zaak van de Kartoem-diamant. De legendarische Kartoem-diamant is er één van het zuiverste water, smetteloos wit, meer dan 50 karaat en vele miljoenen waard. De paragon komt naar Nederland om geslepen te worden in de gerenommeerde zaak van de firma Sondag. Het transport van Schiphol naar Huize Sondag heeft plaats in een onneembare, rijdende vesting, een zwaar gepantserde kluiswagen waarin zich gewapende bewakers bevinden met daar omheen een politie-escorte.

Niettemin zal de Maffia, onder leiding van Don Rattazzi zelf, proberen de diamant tijdens het transport te roven. Zodra de boeven horen dat directeur Sondag het zekere voor het onzekere neemt en ook nog - ondanks alle veiligheidsmaatregelen - een privé-detective rondom het transport wil laten speuren, zorgen zij er voor dat Sondag maar één detective onder ogen krijgt en in dienst neemt: de oen van de eeuw, Sherlock Jones.

Deze Sherlock Jones heeft niks in de gaten. Hij gaat druk in de weer, bloost steeds weer als hij de mooie secretaresse van Sondag in de ogen ziet en staat met de mond vol tanden als de Maffia inderdaad, dwars door de pantserplaten en vervaarlijke bewaking heen, de diamant steelt. Dank zij zijn hond komt Sherlock Jones toch, op het nippertje, als triomfator uit de strijd.