Krates
Samenvatting
Wanneer de hondentrainer Nicolaas Makko sterft aan alcoholisme, is zijn jonge zoon Theodoor - kortweg Dorus, maar vanwege zijn bochel Krates genoemd - overgeleverd aan pandjesbaas Philip Strijkman.
Deze dreigt hem naar een weeshuis te sturen. Dorus loopt van huis weg en Strijkman krijgt de familiepapieren in handen. Zwervend door de straten van Amsterdam en daarbuiten, komt Dorus bij de caravan van circusbaas Signor Carlo, die hem een baan geeft. Eerst om de honden trucjes te leren en later als grappenmaker. Dorus is bevriend met Carlo's vrouw Keetje, maar bij Betty 'het wonderkind' is hij niet erg geliefd. De Duitse trompetspeler Löbell ontdekt dat de jongen muzikaal talent heeft en leert hem de viool te bespelen.
Als Dorus op een dag een dokter gaat halen voor Keetje, wordt hij gepakt door een tuinier die denkt dat hij een dief is. Dorus legt uit dat hij alleen maar aan het luisteren was naar de doktersdochter die piano aan het spelen was en zij, Albertine Abels, gelooft hem. Ze belooft haar vader naar Keetje te zullen sturen. Wanneer Dokter Abels aankomt, heeft de vrouw een delirium, maar ze smeekt Dorus voor haar te spelen voor ze sterft. Abels is onder de indruk van het talent van de jongen.
Ondertussen heeft notaris Verhagen een advertentie in de krant geplaatst waarin hij familieleden van een zekere Adriaan Makko, die recentelijk in New York is overleden, oproept zijn kantoor te bezoeken. Strijkman leest dit en ruikt geld. Op een dag komt de weduwe Juttner zijn leenbank binnen met haar zestien jaar oude, simpele zoon Kobus, die erg op Dorus lijkt, van dezelfde leeftijd is en ook een bochel heeft. Samen met de weduwe schuift Strijkman Kobus naar voren als Theodoor Makko, de verloren gewaande erfgenaam van het fortuin van de oom.
Abels is er van overtuigd dat Dorus een geboren musicus is en neemt hem mee naar muziekmeester Tournel. Deze neemt de jongeman aan als zijn leerling en geeft hem onderdak. Daar wordt hij verwelkomd door Tournels kleindochter Augusta, maar gekweld door haar oudere nicht Barbara. Dorus wordt verliefd op Augusta.
Na een succesvol concert van Dorus, wordt hij benaderd door een heer die zijn naam vraagt. Als Verhagen 'Makko' hoort, vraagt hij Dorus naar zijn kantoor te komen. Daar worden Strijkman, mevrouw Juttner en Kobus geconfronteerd met Dorus, die zijn identiteit kan bewijzen. Onder andere herkent hij en wordt hij zelf herkend door mevrouw Ram, de buurvrouw uit zijn jeugd.
Strijkman geeft toe dat de documenten eigendom zijn van Dorus. Omdat hij medelijden heeft met de ongelukkige Kobus, weigert Dorus de politie in te schakelen. Met zijn geërfde fortuin gaat Dorus naar Brussel om zijn studie aan het conservatorium voort te zetten. Wanneer hij vier jaar later terugkomt naar Nederland, doet hij Augusta een aanzoek en zij neemt hem graag tot haar echtgenoot.
Informatie
Afbeeldingen
Cast
Acteur
- dokter Abels / circusspeler
- C.D. Verhagen
- weduwe Juttner
- signor Carlo
- jonge Dorus Makko
- Löbell
- Augusta Tournel
- mevrouw Ram
- Dorus Makko
- Philip Strijkman
Crew
- Regisseur
- Producent
- Camera
- Decor
Technische notities
Bronnen
G. Donaldson, Of Joy and Sorrow. A Filmography of Dutch Silent Fiction, Amsterdam (1997), pp. 110-112
R. Bishoff, Hollywood in Holland, Amsterdam (1988), pp. 43-44, p. 58, p. 117
Nieuws van de Dag, 11 mei 1914
De Zandvoortsche Courant, 18 april 1914
De Kinematograaf No. 47, 12 december 1913, p. 441