Filmstudio’s
In de beginjaren van de cinema kende Nederland een paar filmstudio’s: F.A. Nöggerath jr. opende in 1911 een klein studiocomplex in Sloten (bij Amsterdam) en Filmfabriek Hollandia had haar eigen studio in de Haarlemse binnenstad. Meestal kozen filmmakers er echter voor hun films in de buitenlucht of in een klein atelier op te nemen. Zo is in veel vroege films nog duidelijk te zien dat de decors in de buitenlucht waren opgebouwd: gordijnen wapperen, hanglampen slingeren en haren waaien in de wind.
Utopische fantasie
Even leken de omstandigheden te veranderen, toen Amsterdam Film Cie na de Eerste Wereldoorlog aankondigde nabij Voorburg een grote studio annex filmfabriek te bouwen (waar filmstock zou worden geproduceerd). Helaas bleken de plannen een utopische fantasie: na de eerste aankondiging is er niets meer van vernomen.
Zoals de meeste Europese filmmaatschappijen leed Amsterdam Film Cie onder de hevige concurrentie uit de Verenigde Staten, waardoor het bedrijf zijn ambities drastisch bij moest stellen.
De Hollandia-studio ging na zijn faillissement over in handen van de pas opgerichte The Dutch Film Co, die er enkele speelfilms opnam. Ook Alex Benno maakte voor zijn maatschappij Actueel-Film een paar keer gebruik van deze studio. Toen Actueel-Film stopte met zijn productie kwam de studio leeg te staan.
Veranderingen op komst
Eind 1927 leek het Nederlands filmaanbod groter te worden. De Schiedamse maatschappij Eureka van Adriënne Solser en haar zoon André Boesnach kondigde de opening aan van een nieuwe studio. Dit ging gepaard met de nodige bombarie: Boesnach noemde zijn studio – met laboratorium en werkplaats voor decorbouw – de grootste ooit in Nederland gebouwd, wat hem op de nodige kritiek kwam te staan.
Volgens velen kon de studio nog niet in de schaduw staan van het voormalige Hollandia-complex in Haarlem. Veel plezier heeft Eureka overigens niet van zijn studio gehad. Kort na de ingebruikname overleed Boesnach plotseling. Dit betekende het einde van Eureka’s activiteiten. De studio ging over in handen van IFI, die er evenmin in slaagde tot een volwaardige productie te komen.
Hollands Hollywood en de Nederlandse geluidsstudio’s
Echte veranderingen in de Nederlandse filmproductie ontstonden pas met de komst van de geluidsfilm. Aanvankelijk reisden Nederlandse muzikanten nog naar de Paramount-studio’s in Joinville (Frankrijk) of de Engelse Elstree Studios.
Maar door de opkomende vraag naar Nederlandse geluidsspeelfilms ontstond ook in ons land behoefte aan goed geoutilleerde filmstudio’s. De eersten die de stap zetten waren de gebroeders Isaac en Jules Biedermann. In 1930 richtten zij Cinetone op, een maatschappij die aanvankelijk korte geluidssmalfilms produceerde.
In een oud fabriekspand aan de Duivendrechtsekade, ten zuiden van Amsterdam, vestigden ze in 1933 hun geluidsfilmstudio. Onder de naam Cinetone Studio’s zou het complex uitgroeien tot de belangrijkste filmstudio van Nederland. De eerste films werden er in 1933 opgenomen.
De allereerste, de Belgische speelfilm Meisjes in vrijheid / Filles en liberté, is nooit uitgebracht, maar de tweede film De Jantjes werd een ongekend succes en vestigde de naam van Cinetone. In de jaren dertig werden meer dan twintig speelfilms in Cinetone opgenomen en kreeg de studio de bijnaam ‘Hollands Hollywood’.
Een tweede studio verrees in Eindhoven: Philiwood, het complex waar de ‘eerste Nederlandse speelfilm’ Willem van Oranje is gemaakt. Dit bleek uiteindelijk de enige speelfilm die in Eindhoven werd opgenomen. Wel werd de studio nog gebruikt voor de fameuze poppenanimatiefilms die de Hongaarse regisseur George Pàl in opdracht van Philips maakte.
De derde poging een geluidsstudio in Nederland te vestigen werd een enorme flop. In de zomer van 1933 vervoegde de Belgische zakenman Adhemar Rijckaert zich bij de burgemeester van Ter Heijde met het voorstel een studio met de naam Filco Filmstudio’s te bouwen in zijn gemeente. Burgemeester en wethouders gingen akkoord en de eerste bouwactiviteiten namen hun aanvang. Al snel bleek dat Rijckaert niet aan zijn financiële verplichtingen kon voldoen. Hij werd als ongewenste vreemdeling het land uitgezet en Ter Heijde was een half afgebouwde bouwval rijker.
Die derde studio kwam er toch, en wel in Wassenaar. In 1935 opende Loet C. Barnstijn daar zijn Filmstad Wassenaar, een complex met twee geluidsstudio’s op het landgoed Oosterbeek. De eerste film die er geproduceerd werd was Het mysterie van de Mondscheinsonate.
Barnstijn had grootse plannen, maar het tij zat tegen. De hype was over en er werden steeds minder Nederlandse speelfilms geproduceerd. Om een faillissement te voorkomen moest Barnstijn zich zelfs gaan richten op de productie van smalfilms.
De bezetting
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de beide studio’s door de Duitsers geconfisceerd. Cinetone werd omgedoopt in UFA Filmstadt Amsterdam en Filmstad Wassenaar kreeg de naam UFA Filmstadt Den Haag. Van mei 1941 tot maart 1944 werden in beide studio’s achttien Duitse speelfilms opgenomen.
Aan het einde van de oorlog werd het complex in Wassenaar door de geallieerden gebombardeerd en Cinetone door de Duitsers leeggeroofd. Het bombardement markeerde het definitieve einde voor Filmstad Wassenaar. De Cinetone Studio’s begonnen na de oorlog opnieuw.
Nederlandse filmstudio’s:
• Filmfabriek F.A. Nöggerath
• Filmfabriek Hollandia
• Amsterdam Film Cie
• The Dutch Film Co
• Actueel-Film
• Hollando-Belgica Film Mij. Eureka
• Elektra (Rotterdam)
• IFI
• Cinetone Studio’s
• Philiwood
• Filco Filmstudio’s
• Filmstad Wassenaar