Henri ter Hall

biografie

Revueartiest en politicus Henri ter Hall begon zijn carrière als tiener bij het muziekkorps van de marine in Den Helder. Na een relletje over een komische imitatie van een superieur verliet hij de marine en reisde met een gezelschap langs kermissen.

Ter Halls komische talent werd snel opgemerkt en in 1892 mocht hij aan de slag bij variététheater Victoria in Amsterdam. Rond de eeuwwisseling brak Ter Hall door als revueartiest. Zijn eerste kleine revue 'Naar de Tentoonstelling' ging in 1898 in Amsterdam in première. Revues waren toen nog iets nieuws in Nederland. Meer producties volgden, maar zijn eerste avondvullende revue liet op zich wachten tot 1907. Tegen die tijd was zijn revuegezelschap uitgegroeid tot zeventig leden. In de periode tot 1927 waren alle grote komieken en kleinkunstenaars wel enige tijd aan het gezelschap verbonden.

Het ging Ter Hall financieel voor de wind, omdat zijn revues voldeden aan de wensen van het publiek: de voorstellingen waren weinig aanstootgevend en mooi aangekleed.

In een streven naar erkenning voor het artiestenberoep belandde Ter Hall in de politiek. Hij richtte de Neutrale Partij op en werd in 1917 gemeenteraadslid in Rijswijk. Vanaf dat moment speelde hij niet meer in zijn eigen revues. Toen hij in 1918 een kamerzetel kreeg, droeg hij de dagelijkse leiding van het gezelschap over aan zijn zwager Johan Köhler.

In de verkiezingen van 1925 raakte Ter Hall zijn zetel kwijt en richtte hij zich weer op zijn revuegezelschap. Dat had concurrentie gekregen van het gezelschap van Louis Bouwmeester. De angst het tegen Bouwmeester af te moeten leggen deed Ter Hall in 1928 besluiten zijn gezelschap op te heffen.

In 1929 deed Ter Hall een laatste poging met zijn partij verkozen te worden, maar toen dat mislukte werd hij in 1934 lid van de rechts-conservatieve partij Verbond voor Nationaal Herstel. Van 1935 tot 1939 vertegenwoordigde hij deze partij in de gemeenteraad van Rijswijk.

Ter Halls laatste optreden was een solovoorstelling voor gemobiliseerde Nederlandse soldaten in Rijswijk. Hij overleed in 1944 op 78-jarige leeftijd aan een longontsteking.