Filmshows van Alberts Frères
Een luxueuze bioscooptent met avondvullende filmvoorstellingen, muzikale begeleiding en Willy Mullens als enthousiasmerend explicateur – dat was de formule waarmee Alberts Frères rond 1905 opgang maakte als filmvertoner. De gebroeders Mullens maakten tevens gebruik van een uitgekiende programmering: de nieuwste en mooiste buitenlandse producties werden gecombineerd met nog altijd populaire lokale opnamen die een steeds fictiever karakter kregen.
Om de paar dagen werd het programma gewijzigd, alleen de succesnummers bleven staan. Zo trok Alberts Frères nieuw publiek dat alsnog de populaire films wilde zien, en bleven anderen terugkomen voor de nieuwe voorstellingen. Het p.r.-beleid bij deze strategie hield in dat plaatselijke journalisten van tevoren werden bestookt met positieve recensies van eerdere voorstellingen. Kindermatinees en een laatste, exclusieve galavoorstelling met een grote film (meestal de lange film La vie et la Passion du Jésus Christ van Pathé Frères) completeerden het programma.
In de wintermaanden verbleven Albert en Willy Mullens in de Haagse Kunstkring, waar zij een paar keer per week voorstellingen organiseerden. Deze markeerden de eerste stap op weg naar een vaste vertoningsplaats voor hun films.
De filmshows van Alberts Frères vonden navolging bij collega’s als Alex Benner, Henricus Hommerson en Jean Desmet, tot de komst van de vaste bioscoop rond 1910 het bestaansrecht van de reisbioscopen ondermijnde. Benner werd bioscoopdirecteur, evenals Desmet die ook in de filmdistributie ging. Hommerson ruilde de reisbioscoop weer in voor andere kermisattracties.