Jopie Koopman

biografie

Jopie Koopman werd in 1910 geboren in de Amsterdamse Pijp. Ze groeide op in een artistieke familie en ze bezocht met haar ouders regelmatig het theater en de Nederlandsche Opera (opgericht door haar oom Gerhardus Koopman). Als tiener volgde ze lessen aan het conservatorium maar ze stapte over naar de muziekschool omdat ze zich meer thuis voelde bij het lichtere amusement.

Op zeventienjarige leeftijd maakte ze haar theaterdebuut bij de Stappers-revue, waar ze  Louis Davids en Willy Walden ontmoet. Binnen enkele jaren groeide ze uit tot één van de populairste artiesten in het variété, met successen in Nederland en in het buitenland. In 1934 kreeg ze de eer om samen met de populaire zanger Willy Derby de bekende liedjes uit De Jantjes op te nemen (‘Draaien draaien’ en ‘Omdat ik zoveel van je hou’). Vanaf eind jaren dertig werkte Jopie Koopman regelmatig samen met de jonge Wim Sonneveld, onder andere in het vooraanstaande Duitse theatergezelschap Kabaret der Prominenten en in allerlei nachtclubs en variétés. 

Met de komst van de Nederlandse geluidsfilms in 1934 werd Jopie Koopman één van de meest gevraagde filmactrices. De filmindustrie zocht fotogenieke actrices die konden zingen en dansen en Jopie Koopman voldeed geheel aan de eisen. In twee jaar tijd speelde ze mee in zes films. In 1936 kwam de filmcarrière van Jopie Koopman tot een abrupt einde. Het filmpubliek was uitgekeken op die gezellige Nederlandse films met die overvloed aan liedjes. In 1948 zou ze nog één keer meewerken aan een film, Niet tevergeefs, het zou de laatste keer zijn.

In 1946 trouwde Koopman met  J. ter Linden, directielid van City Theater en bedrijfsleider van de Amsterdamse bioscoop City. In 1950 werd ze moeder van een dochter en vanaf dan richtte ze zich volledig op haar gezinsleven. Ze zou nog incidenteel optreden voor het theater en voor de televisie. Jopie Koopman overleed in 1979