De pantoffelhelden
Samenvatting
Ze wonen naast elkaar en zijn goede kameraden; hun vrouwen daarentegen zijn gezworen vijanden en de mannen kunnen niet bevriend raken. Een van hen ontvangt een uitnodiging voor de Paradise Bar, om van het leven te genieten zolang het duurt. Wanneer ze een kort ogenblik alleen zijn, plannen de mannen een avondje uit. Ze schrijven elkaar een 'nepinvitatie' voor een bijeenkomst over het welzijn en de bescherming van de huismuis. De uitnodigingen worden wederzijds afgeleverd en de echtlieden gaan eropuit.
De avond valt. Maar zij keren niet terug; op een onchristelijk uur strompelen ze door de straat en na een avontuur met een lantaarnpaal ondersteunen ze elkaar naar hun voordeur. Ze gaan rusten. Er is echter één klein dingetje fout gegaan: ze zijn elk bij de voordeur van de ander naar binnen gestapt. De vrouwen zijn in dromenland als hun mannen thuiskomen. De mannen trekken slechts hun hoed en laarzen uit en stappen in bed. Wanneer de dames ontwaken en allebei vol afschuw een vreemd gezicht boven de deken zien uitkomen, vervolgen zij hun 'vrouwengezanik'. Ze springen uit bed, snellen naar elkaars voordeur, ontmoeten elkaar op straat en vertellen elkaar het verbazingwekkende bericht.
Uiteindelijk raken de dames verwikkeld in een klein handgemeen. De echtgenoten ontdekken hun fout en gaan naar hun rechtmatige huis, terwijl de vrouwen elkaar de haren uit het hoofd trekken. Deze zoeken hulp bij de politie en rechtspraak in hun wonderlijke verhaal. Maar wanneer ze de wederzijdse slaapkamers binnenlopen met de wet in hun kielzog, treffen ze de juiste echtgenoot in ontspannen toestand aan. De politie is verontwaardigd en de vrouwen worden afgevoerd. De mannen feliciteren elkaar met hun succesvolle manoeuvres.
Informatie
Cast
Acteur
- achterdochtige vrouw
- achterdochtige vrouw
Crew
- Producent
Technische notities
Bronnen
G. Donaldson, Of Joy and Sorrow. A Filmography of Dutch Silent Fiction, Amsterdam (1997), p. 94
De Komeet No. 284, 1 november 1912
Supplement to The Kinematograph and Lantern Weekly, 29 augustus 1912
Supplement to The Bioscope, 5 september 1912
Rotterdamsch Nieuwsblad, 8 oktober 1912
Rotterdamsch Nieuwsblad, 5 oktober 1912