De misdaad in het Vondelpark
Samenvatting
Een politieagent slentert over de Emmastraat, wanneer plotseling een heer voor hem opduikt en uitroept: 'Agent, iemand heeft zojuist het leven van een jongen genomen! De schuldige is het Vondelpark ingevlucht. Kom mee en ik wijs hem aan!'. De twee mannen rennen het park in tot de politieman, niet gewend aan zo'n plotselinge inspanning, buiten adem stilstaat en vraagt: 'Waar is hij? Ik zie niemand.' 'Hij is daar', schreeuwt de heer, met zijn wandelstok wijzend naar een jongeman die op een bankje rustig een exemplaar van 'Het Leven' zit te lezen. Ze besluipen de jongeman van achteren en grijpen hem in de kraag. De jongeman springt op, schudt zijn belagers af en sprint weg, zijn jas in de handen van de agent achterlatend.
Een wilde achtervolging over de paden van het park begint. De 'crimineel' klimt over een brugleuning en gaat eronder hangen in de hoop dat zijn achtervolgers hem niet zullen ontdekken. Desondanks waarschuwen enkele jongens die de achtervolging hebben gevolgd de agent, zodat deze de vermeende misdadiger kan inrekenen. Triomfantelijk sleept hij de jongeman richting politiebureau, gevolgd door een groep slagersjongens en kinderjuffen. Zijn overwinning is van korte duur. Bij een kiosk komt hij langs een jongen die staat te jammeren dat zijn 'leven' hem net is afgepakt. Wat blijkt: niet het leven van de jongen is genomen, maar zijn exemplaar van magazine 'Het Leven'.
Informatie
Afbeeldingen
Crew
- Regisseur
- Producent
- Camera
Technische notities
Bronnen
Nieuws van de Dag, 15 oktober 1912
Het Leven, 15 oktober 1912
G. Donaldson, Of Joy and Sorrow. A Filmography of Dutch Silent Fiction, Amsterdam (1997), pp. 96-97