Johan Buziau

biografie

Het artiestenkind Johan Buziau begon in 1894 met een groepsact in het variététheater Victoria, waar hij zijn latere werkgever Henri ter Hall leerde kennen. Een paar jaar later ging hij onder de hoede van impresario Frits van Haarlem met een komische act op een buitenlandse tournee. In deze periode ontwikkelde hij het typetje 'professor Rikiri'.

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak en internationale tournees onmogelijk werden, werd Buziau plaatsvervanger van de gemobiliseerde komiek Piet Köhler in de revue van Henri ter Hall, inmiddels theaterproducent. De samenwerking met Ter Hall duurde tot 1928. In 1927 voerden Ter Halls onderneming en de pas opgerichte Bouwmeester-Revue zo'n felle concurrentiestrijd dat wel gesproken werd van een 'revueoorlog'. Ter Hall trok zich uiteindelijk terug en Buziau stapte over naar de Bouwmeester-Revue, waar hij optrad met alle bekende komieken van zijn tijd.

In de jaren dertig begonnen ook Willy Walden en Piet Muyselaar hun carrière bij de Bouwmeester-Revue. Buziau ontving in 1933 een destijds bijzondere onderscheiding voor een komiek: hij werd benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Aanbiedingen om zijn acts te verfilmen heeft Buziau altijd afgehouden. Hij was bang dat zijn theatervoorstellingen dan leeg zouden lopen.

Dat zo weinig beeldmateriaal van hem bewaard is gebleven komt echter vooral doordat de handvol films waarin hij speelde verloren is gegaan, met uitzondering van de komische éénakter A helping hand. Wel zijn er radio-opnamen bewaard van Buziaus optredens bij de Bouwmeester-Revue. Buziaus volslagen apolitieke houding kon niet verhinderen dat hij in 1942 met enkele honderden andere Nederlanders werd gevangengezet in Haaren, om de Duitsers als gijzelaars te dienen bij eventuele verzetsacties.

Na de oorlog trad hij niet meer op, waardoor zijn werk in de publieke herinnering een steeds legendarischer karakter kreeg.