Jeroen Krabbé
biografie
Jeroen Krabbé komt uit een artistieke familie. Zijn vader Maarten Krabbé en grootvader Hendrik Maarten Krabbé waren bekende schilders, zijn moeder was schrijfster en vertaalster van filmteksten. Zijn oudere broer Tim Krabbé is schrijver. Zijn half broer Mirko Krabbé is een bekend multimedia kunstenaar/ontwerper. Ook zijn zonen Jasper (kunstschilder) en Martijn (presentator) genieten enige bekendheid.
Jeroen Krabbé, die op zijn zeventiende als jongste student ooit werd toegelaten tot de Amsterdamse Kunstacademie, speelde later belangrijke rollen in twee grote Paul Verhoeven- films: Soldaat van Oranje en De vierde man. Krabbé probeerde het ook in Hollywood en maakte daar zijn debuut in Jumpin’ Jack Flash (Penny Marhall, 1986). Hij zou vooral bekend worden voor zijn schurkenrollen in The Prince of Tides (Barbra Streisand, 1990), The Fugitive (Andrew Davis, 1993) en vooral in de James Bond film The Living Daylights (John Glen, 1987).
In 2000 stapte Krabbé voor het eerst achter de camera, en regisseerde de film Left Luggage, naar de novelle 'Twee koffers vol' van Carl Friedman. In 2001 volgde nog een boekverfilming, The Discovery of Heaven, naar het magnum opus van Harry Mulisch, 'De ontdekking van de hemel'.
Hierna speelde Krabbé nog in een aantal Amerikaanse films, zoals Ocean’s Twelve (Steven Soderbergh, 2004) en Deuce Bigalow: European Gigolo (Mike Bigelow, 2005). Deze beide films werden opgenomen in Nederland.
In Nederlandse films speelde Krabbé onder andere in Off Screen en Leef!.
filmografie
- 1962—Acteurleerling-decorateur
- 1968—ActeurJan
- 1974—Acteurpiloot