Nationale propaganda
In 1916 kreeg de Haagse filmer Willy Mullens van het Ministerie van Oorlog de opdracht een propagandafilm te maken die moest aantonen dat, hoewel Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal was, aan de weerbaarheid van het Nederlandse leger niets mankeerde. Het resultaat, de Leger- en vlootfilm, ging op 9 januari 1917 in de Haagse Residentie Bioscoop in premiére in het bijzijn van koningin Wilhelmina en haar echtgenoot prins Hendrik. De voorstelling was een groot succes en werd ook in de pers lovend ontvangen.
Mijlpaal in de vroege Nederlandse film
Koningin Wilhelmina heeft een kleine, maar prominente rol in de film. Ze is te zien terwijl ze te paard haar manschappen inspecteert. Voor het eerst lijkt ze zich bewust van de camera en van de uitwerking van de beelden, niet alleen op haar onderdanen, maar ook op buitenlandse toeschouwers. Zo roemden de Engelsen de beelden van de vorstin te paard, die zij zagen als het zinnebeeld van de hoogontwikkelde Nederlandse democratie.
De Leger- en vlootfilm kan worden gezien als een mijlpaal in de vroege Nederlandse filmgeschiedenis. De film vestigde voorgoed de naam van Willy Mullens als ‘filmmaker des vaderlands’. Mullens’ productie bewees echter vooral dat het medium film ook in Nederland een belangrijk propagandamiddel kon zijn. Zoals dat ook in het buitenland het geval was met bijvoorbeeld de beroemde Britse propagandafilm The Battle of the Somme (Geoffrey Malins & John McDowell, 1916).
Steun voor de monarchie
In de periode daarna speelde film een belangrijke rol in de beeldvorming rond de mislukte revolutie van de socialistische politicus Pieter-Jelles Troelstra. Begin november 1918 deed Troelsta een vergeefse oproep tot een revolutie. Zijn woorden leidden tot politieke commotie, maar die bleef beperkt tot enkele kleine ordeverstoringen. Al snel zwakte Troelstra zijn uitspraken af.
Toen de rust was weergekeerd koos de bevolking duidelijk partij voor de monarchie: op 18 november werd een grote aanhankelijkheidsdemonstratie voor de koningin op het Haagse Malieveld gehouden, waar Wilhelmina en prinses Juliana door een grote menigte werden toegejuicht. Willy Mullens was met zijn camera aanwezig om opnamen te maken die vrijwel direct in de bioscopen verschenen.
De kracht van propaganda
Ook na de Belgische pogingen om Limburg en Zeeuws-Vlaanderen te annexeren, als compensatie voor geleden oorlogsleed, werd een Nederlandse propagandafilm gemaakt. Zowel de politiek als de inwoners van Limburg en Zeeuws-Vlaanderen wezen de claims af.
Een jaar na de aanhankelijkheidsdemonstratie bezocht koningin Wilhelmina Limburg en Zeeuws-Vlaanderen in antwoord op de Belgische claim. Deze bezoeken werden gezien als een bevestiging van de band tussen het koningshuis en de plaatselijke bevolking.
Mullens en Kinematograaf Pathé Frères maakten opnamen van Wilhelmina’s tocht door het gebied, die in de bioscopen op groot succes konden rekenen.
Over de zeggingskracht van de film liet journalist Felix Hageman in 'De Film-Wereld' zijn enthousiasme de vrije loop: 'Wel zelden is, althans wat ons land betreft, de propagandistische indringingskracht van de zg. documentaire film zoo manifest aan de dag getreden, als in en door de vertooning van de waarlijk schitterende rondreis van onze koningin door Zuid-Limburg en Zeeland [...] De film in kwestie is een volksreferendum, niets meer en niets minder.'
Filmpropaganda had in Nederland eindelijk een plaats gekregen, met Willy Mullens als eerste vertegenwoordiger. Hij kreeg echter al snel concurrentie van Filmfabriek Polygoon.